Pooja zelf is het bidden in een Mandir (een hindoe-tempel) waarbij je water of een bloemoffer brengt en wat wierrook opsteekt en eventueel nog door het huis of Mandir loopt om iedereen een Tikka te geven en te zegenen.
Hindoes houden hun erediensten in gebouwen, die ze mandir of tempels noemen. Veel hindoes vereren hun goden ook thuis, in een bepaalde kamer of een deel van een kamer. Er bestaan geen vastomlijnde regels over het eren van de goden. Sommige mensen gaan elke dag naar de tempel; anderen komen alleen op speciale dagen. zoals feestdagen.
Wanneer hindoes een tempel of een heiligdom bezoeken, doen ze dat niet alleen om te bidden, maar ook om darshana te halen. Dat wil zeggen een blik werpen op de afbeelding of het beeld dat de aanwezigheid van de god of godin in het binnenste heiligdom symboliseert. De gelovigen voeren daar een ceremonie uit die pooja heet. Ze offeren bloemen, fruit, snoepgoed en heilig water uit de Ganges aan de godheid in ruil voor zijn of haar zegen. Er is geen officiële dienst of een vast tijdstip om goden in een tempel te aanbidden. Hindoes kunnen de tempel binnengaan wanneer ze maar willen, alleen of met vrienden of familieleden.
Vaak voert een priester (Pandit) de pooja voor hen uit. Daarna markeert hij hun voorhoofd met een rode stip als teken van zegening, die tilaka wordt genoemd. Een teken dat met rode pasta op het voorhoofd van iemand wordt aangebracht ten teken dat hij of zij is gezegend.